12,5 jaar jubileum jNVKG - door de ogen van Paul Jansen (medeoprichter VAKG)
Persoonlijk
Paul Jansen is medeoprichter van de Vereniging Arts-assistenten Klinische Geriatrie (VAKG) in 1986. Het voorzitterschap vervulde hij tot 1988. Paul werd oorspronkelijk opgeleid tot internist in Nijmegen. Daarnaast deed hij promotieonderzoek en werd hij klinisch farmacoloog. Als internist was het in die tijd de bedoeling om een subspecialisme te kiezen, maar dat zag hij niet zitten. De Klinische Geriatrie was nog in opkomst en toen hij in aanraking kwam met dit vak viel alles op zijn plek. Hij besloot zich alsnog te laten opleiden tot klinisch geriater. Paul was één van de pioniers die zich hard heeft gemaakt voor de ontwikkeling van de klinische geriatrie in Utrecht. Ook was Paul jarenlang opleider en werd hij voor zijn inspanningen beloond met de Opleidingsprijs in 2012. Momenteel is hij gepensioneerd en verrichtte hij tot 1 januari 2022 werkzaamheden voor Ephor.
Oprichting van de VAKG
De VAKG is in maart 1986 opgericht na een minisymposium over vergeetachtigheid. Het idee ontstond samen met Gertie Golüke en Frans van Schendel met als doel de klinische geriatrie op de kaart te zetten. In die tijd was er een gemeenschappelijke vereniging, de Nederlandse Vereniging voor Geriatrie (NVvG), waar naast klinisch geriaters, ook verpleeghuisartsen en sociaal geriaters lid van waren. Van deze drie specialismen had alleen de klinische geriatrie een eigen opleiding. Je kon in die tijd na je afstuderen als basisarts zonder extra opleiding aan de slag als verpleeghuisarts of sociaal geriater. Dit was een belangrijke motivatie om de VAKG op te richten, zodat de klinische geriatrie zich beter kon profileren als specialisme. De huidige evolutie naar de junior NVKG is volgens Paul een logische stap geweest, omdat de samenwerking met de klinisch geriaters altijd al het hogere doel was. In zijn tijd waren de klinisch geriaters erg blij met de komst van de arts-assistenten vereniging. Zij zagen de aios als belangrijke spil om de opleiding tot klinisch geriater te vormen en te verbeteren.
Belangrijke thema’s tijdens het voorzitterschap
Naast de profilering van het specialisme klinische geriatrie waren er twee andere belangrijke speerpunten van het VAKG-bestuur. Ten eerste om mee te denken op bestuurlijk niveau en zo vanuit de aios invloed te kunnen hebben op de ontwikkeling van de opleiding en uiteindelijk het vak zelf. Ten tweede was het een mooie kans voor de persoonlijke ontwikkeling van aios, zij konden zelf in de commissies bestuurlijke ervaring opdoen. Vanaf het begin nam de voorzitter van de VAKG zitting in het NVvG-bestuur en waren de aios in alle werkgroepen vertegenwoordigd. Volgens Paul heerste er een gezamenlijk enthousiasme onder de aios en werden vacatures moeiteloos opgevuld.
Het bestuur nam nog een uitdaging op zich, zij wilden het opleidingsschema drastisch veranderen door 1 jaar van de vooropleiding interne geneeskunde af te halen om een extra jaar klinische geriatrie te realiseren. Helaas werd dit plan tegengehouden door de internisten. Zij oefenden toen nog veel invloed uit en vonden het belangrijk om de interne basis stevig te houden.
Wetenschap centraal
Paul heeft altijd al sterke persoonlijke interesse gehad in de wetenschap. Hij stelt dat wetenschap een bepalende factor is om een specialisme een boost te geven. De klinische geriatrie stond in de kinderschoenen en om serieus genomen te worden door andere specialismen moest wetenschappelijk onderzoek ingebed worden in het vak. Tijdens de eerste vergadering van de VAKG werd daarom een werkgroep voor de wetenschap opgericht. In zijn jaren als klinisch geriater heeft hij zich blijvend ingespannen om de wetenschap te stimuleren. Paul is dan ook trots dat er inmiddels meerdere hoogleraren klinische geriatrie in Nederland zijn.
Persoonlijke groei
Het voorzitterschap van de VAKG heeft een belangrijke basis gelegd voor de bestuurlijke carrière van Paul. In deze jaren kon hij van dichtbij leren hoe het politieke spel werkte. Het was indrukwekkend om te zien hoe de toenmalige klinisch geriaters aan de slag gingen om het vak een solide basis te geven. Als klinisch geriater nam hij zitting in het NVvG-bestuur als secretaris en later kwam hij nog terug in het NVKG-bestuur voor de pijler wetenschap. Gezien zijn achtergrond als academicus vond hij dit een logische portefeuille. Zijn ervaring heeft hij ook nog ingezet door het voorzitterschap van het concilium geriatricum.
De opleiding anno 2022
De huidige volgorde van het opleidingsschema vindt Paul een positieve ontwikkeling. Vroeger kon je als aios de jaren in willekeurig volgorde doorlopen. Dit was het gevolg van een beperkte opleidingscapaciteit. Nu iedereen begint met de vooropleiding geeft dat een stevige basis. Ook is het belangrijk dat de duur van de opleiding niet verkort is. Anders dan vroeger heeft de aios meer kans om de opleiding naar zijn of haar wens in te richten middels het volgen van een keuzestage of meer aandacht te besteden aan een competentie. Als laatst en misschien wel voor Paul persoonlijk het belangrijkst: de wetenschap heeft een duidelijke plaats gekregen binnen de opleiding.
Advies aan het huidige jNVKG-bestuur
Verandering en verbetering van iedere opleiding moet vooral vanuit de aios zelf komen, zij hebben nieuwe ideeën. Paul benadrukt dan ook dat hij hoopt dat iedere aios naast het volbrengen van de opleiding op individueel niveau, ook naar het grotere plaatje kijkt. De klinische geriatrie heeft tegenwoordig een sterke positie, maar moet zich blijven ontwikkelen. Wetenschap is hierin essentieel, maar niet iedere aios of klinisch geriater hoeft per se een wetenschapper te worden. Kijk kritisch naar de driepoot van patiëntenzorg, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en ga bij jezelf na wat jij in deze gebieden kan toevoegen. Doorbreek vaste patronen en denk voorbij grenzen. Kom in contact met internationale collega’s en ga na hoe zij het doen. Vergeet daarbij niet de jongere generatie te betrekken, promoot ons vak onder de geneeskundestudenten om ook in de toekomst enthousiaste en kundige collega’s te krijgen.